Een verhaal van Trijntje van Trigt, geboren 16 april 1910. Getrouwd met Maarten Lugtenburg (1906-1996) die in Rotterdam bij de politie werkte.
Bewerkt door Ad van Rijs.
Wat een winkeltjes waren er vroeger toch. Grotere en kleinere, waar de man op het land of elders werkte en de vrouw het spaarzame inkomen trachtte aan te vullen met een winkelnering. Het viel immers niet mee de eindjes aan elkaar te knopen! Er werd in deze tijd heel weinig verdiend en daarom was het voor iedereen zaak de eerste levensbehoeften zo goedkoop mogelijk proberen aan te schaffen.
Na de eerste wereldoorlog kwamen er overal ideeën op om zoveel mogelijk samen te doen. Door samenwerking kon je wat bereiken. Zo ontstonden vakbewegingen. Er kwamen verenigingen zoals in Zuidland de vereniging om varkens te verzekeren. Uit deze laatste vereniging kwam het idee op om te proberen gezamenlijk de kruidenierswaren in te kopen. Door de grotere hoeveelheden die dan ingekocht zouden worden, kon men wellicht kortingen bij de leveranciers bedingen die dan aan de klanten ten goede zouden komen.
Sommige Zuidlanders die wel eens met de tram naar Rotterdam gingen, hadden daar zoiets wel eens gezien. Het bleek dat men ook in Spijkenisse hiermee bezig was. Er werd overal geïnformeerd hoe men dat ook in Zuidland kon realiseren. De plannen hiertoe werden zeker niet overal met gejuich begroet. Vooral de kleine winkeliers waren bang dat als er een winkel bij zou komen die goedkoper kon leveren dan zij, dit hun wel eens de kop zou kunnen kosten of minstens veel aan inkomsten zou schelen. Te begrijpen, ze verdienden al zo weinig! Er waren ook mensen die vonden dat de Coöperatie een socialistische zaak was en in die tijd was socialistisch in het toenmalige Zuidland min of meer een scheldwoord. Velen hadden een hekel aan “de rooien.”
Maar toch…..Langzamerhand namen de plannen vastere vormen aan. Er werden mensen gevonden die mee wilden helpen. Er kon een bestuur worden gevormd. Jammer dat we niet meer precies weten wie er in dat bestuur zitting namen. Ondanks naspeuringen en navragen o.a. in “De Bernisser” zijn de notulenboeken niet meer gevonden en zijn vrijwaarschijnlijk verloren gegaan. In ieder geval weet momenteel waarschijnlijk niemand meer het rechte hiervan. Hoe men aan het startkapitaal kwam wist Mevr. Lugtenburg ook niet precies. Wel dat meester Van Toledo heeft geholpen met een renteloze lening van f 300,-.
Een winkelruimte werd ook gevonden. Het werd een plaats aan ” Het Lange Slop.” Deze plek is met het bombardement in de oorlog verloren gegaan. Na de wederopbouw was hier de winkel van Bezemer. Later verhuisde men naar de plek waar nu de “Warmtebron” is gevestigd.
De vraag was wie deze winkel zou gaan beheren. Na beraad werd het iemand uit de vereniging van de “varkensverzekering”. De man die jarenlang als winkelier zou optreden werd de 51 jarige Goose van Trigt. Hij kreeg er later zelfs een bijnaam door: “Koperen Goos.”
Van Trigt was een eenvoudige landarbeider en zijn vrouw, Pietje van
Meggelen, zag er eerst niets in dat haar man een winkel zou gaan beheren.
Volgens het verhaal van mevr. Lugtenburg was het later omgekeerd. Tijdens de moeizame start zag Van Trigt het wel eens niet meer zitten met de winkel. Zijn vrouw zei dan: “Je bent er mee begonnen dan moet je er ook mee doorgaan.”
De start was inderdaad moeizaam. Alles moest er heel zuinig aan toegaan. In het begin moest men zelf de zakjes als verpakkingsmateriaal meebrengen. Er werd ook hard gewerkt. Sluitingstijden kende men praktisch niet. “Toch”, vertelde mevr. Lugtenburg, “heb ik altijd met plezier in de winkel gestaan”.
Goose van Trigt verdiende in de begintijd f 25,- per week. Zijn dochters Trijntje en Cor hielpen ook in de winkel en verdienden elk f 5,-. De plaatselijke veldwachter was ook lid van de “Koperetief”. Op een keer bracht hij in een vergadering naar voren dat de dochters van Van Trigt toch wel erg weinig verdienden. Het voorstel werd toen aangenomen om ze daarna f 7,50 te betalen.
Goose van Trigt deed er alles aan om zo goedkoop mogelijk aan zijn waren
te komen. Hij wist overal adressen daarvoor en ging vaak persoonlijk met
de tram naar Rotterdam om zo voordelig mogelijk in te kopen.
Toch werd zijn ijver niet helemaal naar waarde geschat. Wat precies de reden is geweest is niet meer te achterhalen maar op een ledenvergadering vond men dat hij teveel verdiende. Zijn loon werd verlaagd van f 25,- naar f 22,50 en dat van zijn dochters van f 7,50 naar f 7,-. Deze kwestie is hem altijd hoog blijven zitten. Hij bleef zijn uiterste best doen in de winkel maar achter alle koopjes aanlopen deed hij niet meer. Een van de groothandels waar gekocht werd, was een zekere firma Ouwehand. Met een Chrevrolet vrachtwagen leverde deze zijn goederen in Zuidland af.
De winst in de winkel gemaakt, werd aan de leden uitgekeerd als dividend.
Sommige jaren wel meer dan 10%. Er waren mensen die dan wel f100,- kregen. Een fors bedrag in die tijd. Van Trigt kreeg zelf 1 ½ % . Zijn dochters ½ %. Er werden ook kooppunten gegeven. Hier kon je dan weer z.g. “toegiftartikelen” voor krijgen. Deze “toegiftartikelen” lagen op de winkelzolder opgeslagen. Er waren ook mensen die met het geld van het uitgekeerde dividend naar Rotterdam gingen om er daar inkopen mee te doen. Dat was natuurlijk niet de bedoeling en het bestuur heeft daar later een stokje voor gestoken. Alleen in de eigen winkel kon men voortaan het dividendgeld besteden. Zoals al gezegd bestond het winkelpersoneel uit de dochters Trijntje en Cor van Trigt. In 1932 trouwde Trijntje met Maarten Lugtenburg en vertrok naar Rotterdam. Agatha Velgersdijk nam haar plaats in. Toen Cor van Trigt trouwde met Gerrit van den Engel kwam Nel van den Engel in de winkel. Dat was ook het einde van de winkelloopbaan van Goose van Trigt.
Volgens het verhaal zou hij niet meer kunnen wennen aan ander personeel.
Gerrit Monster en later Wim Overgaauw zetten zijn werk voort.
Zoals in het opschrift vermeld ging dit verhaal over het ontstaan van de “Coöperatie”.Er is vast nog wel meer te vermelden over het verdere verloop maar hier stopte het verhaal van Mevr. Lugtenburg -Van Trigt.
Misschien dat dit verhaal nog completer gemaakt kan worden. Reacties zijn natuurlijk van harte welkom.
(De Cooperatie was gevestigd in het pand dat later de Warmtebron huisvestte en nu in gebruik is bij Tattoo Nul 181